In een opmerkelijk arrest heeft de familiekamer van het Antwerpse hof van beroep beslist dat een bedrogen echtgenoot recht heeft op een schadevergoeding van 23.650 euro vanwege zijn ex-echtgenote. Volgens het hof had de vrouw een fout begaan door haar overspelige relatie te verzwijgen, zeker omdat daaruit kinderen waren geboren die de echtgenoot jarenlang als de zijne beschouwde. Dat schrijft De Juristenkrant.
Het koppel was in 2007 gehuwd en had in 2009 en 2010 twee kinderen gekregen, maar was in 2014 gescheiden. Begin 2019 kreeg de ex-echtgenoot kennis van het overspel van zijn echtgenote en in april 2021 begon hij te twijfelen aan zijn biologisch vaderschap, waarna hij een procedure inleidde om zijn vaderschap te betwisten. Hij eiste de terugbetaling van 83.516,02 euro aan onverschuldigde betalingen en als materiële of morele schadevergoeding. Uit een gerechtelijk DNA-onderzoek bleek dat hij niet de biologische vader is, waarna hij de co-ouderschapsregeling niet meer naleefde.
DNA-onderzoek
In eerste aanleg had de familierechtbank Limburg, afdeling Hasselt, beslist dat de man inderdaad niet de wettelijke vader was, maar geen recht had op enige terugbetaling of schadevergoeding. Zijn afstammingsvordering werd gegrond verklaard, maar zijn financiële vordering afgewezen.
Volgens de rechtbank was immers niet bewezen dat de ex-echtgenote een fout in de zin van artikel 1382 oud Burgerlijk Wetboek (BW) had begaan die in oorzakelijk verband stond met de schade. De eerste rechter stelde vast dat het huwelijk weinig stabiel was en achtte het aannemelijk dat de moeder haar overspelige relatie niet wou openbaren om haar huwelijk niet op de helling te zetten. Er zou niet aangetoond zijn dat zij vóór de resultaten van het DNA-onderzoek bekend waren, geweten had dat haar ex-echtgenoot niet de biologische vader was.
Van een onverschuldigde betaling was volgens de Hasseltse familierechter ook geen sprake, omdat de man zich tot de ontdekking van zijn niet-vaderschap steeds als vader had gedragen en de kinderen hem als hun vader beschouwden. Hij had ook na de echtscheiding nog bijgedragen tot de opvoeding van de kinderen en had niet alleen de nadelen of kosten van het vaderschap gehad, maar ook de voordelen.
Twijfels over vaderschap
De ex-echtgenoot ging in beroep en kreeg van het Antwerpse hof van beroep wel gelijk. Het hof van beroep in Antwerpen merkt op dat artikel 1382 oud BW in algemene bewoordingen is opgesteld en niets zegt over eventuele familiebanden tussen schadelijders en schadeveroorzakers. De schending van de getrouwheidsplicht, een wettelijke norm die inhoudt dat echtgenoten ten opzichte van elkaar tot seksuele exclusiviteit zijn gehouden, vormt volgens het hof op zich al een fout in de zin van artikel 1382 oud BW, maar daarenboven is het hof van oordeel dat de moeder zich niet als een normaal zorgvuldige echtgenote en moeder heeft gedragen door haar echtgenoot niet te verwittigen van haar twijfels over zijn vaderschap.
In het algemeen kan misschien niet van een gehuwde vrouw worden verwacht dat ze haar overspel opbiecht, als ze haar huwelijk hoopt te redden, maar dat verandert als uit die overspelige relatie kinderen geboren worden van wie de echtgenoot de juridische vader is. De kennis omtrent de genetische band maakt niet alleen voor het kind maar ook voor de vader een aspect uit van het recht op identiteit, zoals dat beschermd wordt door artikel 8 EVRM en artikel 22 van de Grondwet.
Relatiebreuk
De man heeft volgens het Antwerpse hof ook recht op een schadevergoeding omdat hij aannemelijk maakt dat, als hij vanaf de geboorte had geweten dat hij niet de biologische vader was, hij geen bijdragen in onderhoud en opvoeding zou geleverd hebben. Als hij op de hoogte was van het overspel en zijn gevolgen, was het tot een onmiddellijke relatiebreuk gekomen.
De man begrootte zijn materiële schade volgens de maandelijkse minimumkost van een kind, zoals begroot door de Gezinsbond, en vorderde de terugbetaling van de helft daarvan, vanaf de geboorte tot de verbreking van de contacten met de kinderen. Het hof vond dat overdreven, aangezien de man tijdens het huwelijks samenleven wettelijk verplicht was bij te dragen in de lasten van het huwelijk, en liet de periode waarvoor een vergoeding verschuldigd was, aanvangen op de datum van de feitelijke scheiding. Dat bracht de materiële schadevergoeding op 13.650 euro, maar de man krijgt ook een morele schadevergoeding van 5.000 euro per kind.
Contacteer ons vandaag nog. Bij ons bent u geen nummer, maar een client die wij persoonlijk kennen. Wij zoeken samen met u naar een creatieve oplossing hoe moeilijk uw geschil ook lijkt te zijn.
Linkhoutstraat 123
3560 Lummen